Hoera, er is een uitgeverij die mijn roman wil uitgeven! Niet alleen mijn hart, mijn hele wezen maakt een sprongetje. Ik ren naar buiten en schreeuw keihard: YES! Ik weet trouwens niet waarom ik naar buiten ren, misschien om mijn kat niet een hartinfarct te bezorgen. Dan app ik mijn man, mijn kinderen en twee beste vriendinnen en dan… Dan komt de schrik. Wat nu?

Hoe gaat dat verder?

Ik krijg nu een redacteur. Gaat hij of zij mijn hele verhaal omgooien? Moet ik dan alles herschrijven? Wat blijft er over van mijn verhaal? Ik bel de uitgeverij, ze stellen mij gerust en sturen het contract per email. Dat lees ik een stuk of tien keer, omdat ik me niet kan concentreren. Geen rare dingen ontdekt, maar ja, ik heb daar ook eigenlijk helemaal geen verstand van. Alle veranderingen in het manuscript gaan in overleg, lees ik. Gelukkig, dat is dan een zorg minder. Ik besluit alles even te parkeren en genieten van het feit dat er één iemand is die in mij gelooft. Want dat is het. Iemand vindt mijn verhaal blijkbaar leuk, goed, de moeite waard om daar tijd en geld in te steken. Iemand wil in mij en mijn boek investeren. En niet zomaar iemand, een uitgever! Dat is dus iemand die veel boeken leest. Het lijkt er dus op dat deze iemand niet in slaap is gevallen na twee bladzijden van mijn manuscript te hebben gelezen. Dat is donders goed nieuws.

Mijn kindje wordt geboren

We vieren het samen met een glas wijn en mijn man vraagt, of hij nu wel het manuscript mag lezen. Dat mocht namelijk tot nu toe nog niet want ik schrijf autobiografisch. Ik wilde geen feedback krijgen van een van de hoofdpersonages van mijn eigen boek. Ik wilde niet twijfelen. Het is mijn verhaal, mijn kant van de waarheid, het is mijn kindje! Maar nu is de zwangerschap bijna aan zijn einde en het kindje, veilig opgeborgen in de cloud, wordt geboren. Mijn kindje gaat de wereld zien en de wereld hem. Nu gaat die zijn eigen leven leiden, ik kan er straks niets meer aan doen.

‘Je moet heel persoonlijk zijn om je verhaal universeel te maken’

’s Nachts kan ik dan niet slapen. Duizend vragen houden mij wakker. Wat heb ik ook alweer geschreven over mijn ouders? Mijn kinderen… mijn lief?! Heb ik lelijke dingen gezegd, in mijn schrijf-flow? Dingen die ik in het echt nooit zou zeggen? Vast wel. Als ik schrijf, neemt iets of iemand het over en het voelt alsof mijn vingers worden gestuurd. Soms kan ik mijn muze niet eens bijhouden, ik kan namelijk niet snel typen. Maar ja, er staat echt wel mijn naam onder, straks. Mijn verleden, mijn angsten en onzekerheden, mijn frustraties, alles komt naar buiten nu. Zal ik dan toch maar niet autobiografisch roman onder laten zetten… En wat zal mijn man er van vinden? Gaat onze relatie eraan kapot? Elke Geurts heeft in haar laatste roman de scheiding van haar partner beschreven. Heel eerlijk en persoonlijk relaas van haar eigen proces. In Schrijven (22/6), de magazine voor (aspirant) schrijvers, staat een interview met haar. Ze zegt: ‘Je moet heel persoonlijk zijn om je verhaal universeel te maken’.

Ja, Elke, da’s makkelijk praten, jij lag sowieso al in scheiding!

Geschreven voor Sophia Magazine

© Ema Sindelarova