“Weet je zeker dat je die route wilt nemen? We zijn daar al twee keer verdwaald.”
“Deze keer moet het lukken. Ik neem de kaart mee.”
“Nou, succes ermee dan. Als je je maar aan de Spaanse-kaarten-regel houdt.”
Twee uur later vloek ik in drie talen, zoek naar de plekken waar ik mijn voeten kan plaatsen tussen de afbrokkelende stenen. Mijn armen zitten onder de schrammen, mijn zelfvertrouwen ook. Het kan toch niet waar zijn! Heb ik weer iets gemist? Dan herinner ik me de Spaanse-kaarten-regel:
Alles wat op de kaart staat, bestaat niet in de werkelijkheid. En andersom.