Mijn lieve, mooie dochter is een semiprofessionele kickbokster. Op de eerste gezicht ziet ze er uit als een poppetje, met haar grote ogen, lange wimpers, heel lang haar en nog langere benen. Maar een poppetje is zij zeker niet. Op haar gespierde bovenarm pronkt een stoere tattoo van een stier en op haar onderbuik liet ze een groot kruis tatoeëren, zo eentje dat je op de verpakkingen van chemische stoffen ziet om je te waarschuwen: pas op, giftig!
Ik had haar liever zien dansen dan vechten. Ik heb haar op ballet gedaan, maar nee. Toen ze klein was speelde ze met knuffels en poppen. Ooit had ze een echte Barbiepop, een prinses met een prachtige jurk. Haar eerste Sinterklaascadeau, gekregen van een stel vrienden van mij. Ikzelf had toen geen inkomsten en mijn toenmalige echtgenoot gaf liever zijn geld uit aan drank en tabak, dan aan speelgoed voor de kinderen. Ze was er zo blij mee, met haar eigen Barbie! Waar is die nou gebleven? En waar is de tijd gebleven?!
Nu staat ze in haar nieuwe woning de verhuisdozen uit te pakken. Haar gewonnen bekers van de kickbokswedstrijden, de autootjes en treintjes van haar zoontje. Ze zijn eindelijk weg bij haar ex-vriend. Het is blijkbaar een karma, die de vrouwen van onze familielijn in de armen van foute mannen drijft.
Ik help haar met uitpakken. Tussen de spullen vind ik een oud verkreukeld plastic zakje en kijk er in.
“Hé? Heb je haar nog? En wat is ermee gebeurd?!” Ik houd de Barbie in mijn hand. Haar prinsessenjurk is tot een vod verknipt, van haar lange blonde haren zijn maar een paar wilde stekels overgebleven. Ze is haar kroon en haar roze muiltjes kwijt. Ik bekijk deze blootvoetse punk-Barbie en staar mijn dochter verbaasd aan. Ze loopt rustig naar mij toe en kijkt mij recht in mijn ogen:
“Die ene keer, dat je de zoveelste slaande ruzie had met hem… ben ik naar mijn kamer gerend… ik hoorde hem tekeer gaan tegen je… en hoorde de klappen… ik hoorde jou huilen… maar ik kon niets doen… ik kon je niet helpen… ik kon hem niet laten stoppen… Toen had ik besloten dat ik geen prinses meer wilde worden.”
© E. Sindelarova, Rheden, 6-12-2016
Gepubliceerd in Supervrouwen, verhalenbundel met de tien meest indrukwekkende verhalen uit de Supervrouwen schrijfwedstrijd (Sweek 2019)
Over de auteur